Elektrische bedrijfsauto pakt vanaf 2025 al beter uit voor werkgevers

Uit een studie van het onderzoeksbureau CE Delft blijkt dat een elektrisch wagenpark al vanaf 2025 voordeliger voor werkgevers zou uitpakken dan auto’s die rijden op fossiele brandstof. De aanschaf van een elektrisch voertuig is wel nog steeds duurder dan een auto die rijdt op diesel of benzine. Wel zijn de totale eigendomskosten vanaf volgend jaar al lager. Hierbij geeft de studie aan dat voor de werknemers het zakelijk rijden in een EV wel een stukje duurder zal worden. 

Studie van CE Delft zou klimaatdoelen kunnen helpen

CE Delft heeft in opdracht van Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) deze studie uitgevoerd. Het doel was om te kijken naar de mogelijkheid om het verplicht stellen van een nul-emissievlootnotering voor werkgevers. Dit houdt in dat het gehele zakelijke wagenpark van een bedrijf emissievrij moet zijn. Wat blijkt? Zo’n maatregel kan flink bijdragen aan het verlagen van broeikasgassen in de atmosfeer. Als deze normering vanaf 2027 wordt ingesteld, zou dat een besparing van zo’n 0,7 megaton aan CO2-equivalenten per jaar zijn. Dit is vergelijkbaar met de uitstoot van het jaarlijkse energieverbruik van ruim 450.000 Nederlanders. 

Het NVDE geeft daarnaast aan dat de nul-emissievlootnotering een effectief middel zou kunnen zijn om de klimaatdoelen binnen de mobiliteitssector te kunnen halen. Het demissionaire kabinet heeft hierover nagedacht, maar er uiteindelijk tegenin gestemd. Het zou er namelijk ook voor zorgen dat er minder inkomsten binnenkomen via accijns, waardoor ook de belastinginkomsten omlaag zullen gaan. 

Eigendomskosten omlaag 

Uit het onderzoek blijkt dat een elektrisch wagenpark niet duurder zal zijn voor werkgevers dan een wagenpark dat bestaat uit diesel- en benzineauto’s. De cijfers laten zelfs zien dat de eigendomskosten van een elektrische vloot al vanaf volgend jaar lager zullen zijn dan bij een ‘normaal’ wagenpark. Hierbij wordt niet alleen rekening gehouden met de aanschafkosten, die voor EV’s momenteel nog hoger liggen dan voor traditionele auto’s, maar ook naar energie-, onderhouds- en verzekeringskosten.  

Voor compacte auto’s, die vallen in het B-segment, zullen deze eigendomskosten pas vanaf 2026 lager liggen. Het aanbod van elektrische auto’s in dit segment is nog laag, waardoor diesel- en benzineauto’s nog relatief goedkoper zijn. Voor middenklasse- en gezinsauto’s (segment C en D) zullen de eigendomskosten ook al vanaf 2025 lager zijn dan fossiele auto’s. 

Prijskaartje voor werknemers omhoog 

Hoewel het bezit van EV’s voor werkgevers dus voordeliger zal uitpakken, benadrukt de studie van CE Delft wel dat het prijskaartje voor werknemers zelf omhoog zal gaan. Zij zullen naar verwachting meer kwijt zijn aan bijtelling voor een zakelijke EV. De aanschafkosten voor elektrische auto’s liggen hoger dan voor fossiele auto’s, wat ervoor zorgt dat de bijtelling ook hoger wordt. Ook gelden de belastingvoordelen voor elektrisch rijden nog maar tot 2026. 

De emissie-nulvlootnotering zal voor werknemers dus duurder uitpakken. De resultaten van de studie geven dan ook aan dat er voor de overheid een belangrijke rol is weggelegd om hierbij in te grijpen. Dit zou bijvoorbeeld kunnen door het in stand houden van een lager bijtellingspercentage. 

In het hoofdlijnenakkoord van de formerende partijen is te lezen dat de aanschaf van elektrische auto’s zal worden ondersteund vanuit de overheid. Hoe precies staat niet duidelijk vermeld. Wel is duidelijk dat vanaf eind 2025 de belastingvoordelen voor elektrische auto’s komen te vervallen. Hierna moeten elektrische autorijders eerlijk gaan bijdragen. Een gewichtscorrectie voor elektrische voertuigen in de motorrijtuigenbelasting (MRB) voorvoeren is echter wel een wens van de coalitiepartijen. Als dit daadwerkelijk zal worden toegepast, zou het financieel nog goedkoper uitpakken voor zowel werkgevers en werknemers.