Moby
Colenbranderstraat 10
6813 KW Arnhem
Contact
info@yourmoby.nl
Elektrische transportmiddelen zijn er in alle soorten en maten; een VDL Citea is aardig wat langer dan een Citroën Ami, ook in het aantal kilowatturen aan opslagcapaciteit van de accu kan het verschil haast niet groter zijn. Toch hebben de vervoersmiddelen eenzelfde doel, namelijk het voorzien in een transportbehoefte in een stedelijke omgeving.
Een jaar of vier geleden speelde de ev nog een rol in de marge, inmiddels is dat een rol van betekenis geworden. Paradoxaal genoeg heeft dit tot gevolg dat de benzineminnende broertjes van Autoblog vol inzetten op nieuws over ev’s, regelmatig gelardeerd met een gezonde dosis scepsis. Iedereen heeft een mening over elektrisch rijden en toch zijn we er nog lang niet, want over de eerste zeven maanden van dit jaar is slechts 10 % van alle nieuw verkochte auto’s volledig elektrisch. Dat het in 2030 over en uit is met de verbrandingsmotor – het vonkenfeestje van de bougies ten einde en nooit meer brandende gloeikaarsen – is nu nog amper voorstelbaar.
En toch. In 2017 ben ik begonnen met het schrijven voor deze site. Toen was een rijbereik op een volle accu van 200 kilometer – wind mee en heuvelaf – nog heel wat, moest meer dan eens worden gezocht naar een laadpunt en was de BMW i3 een wonderlijk avantgardistisch ding. Alles is veranderd, behalve dat laatste. Tegenwoordig is 300 tot 400 kilometer op één acculading wel zo ongeveer de norm en halen de grotere en duurdere auto’s zomaar het dubbele. Aanpassingsvermogen is niet langer nodig en in eigen land is het makkelijk struikelen over laadpunten (of laadkabels) want het aanbod is schier oneindig.
Maar waar gaat het heen? Het vervoersaanbod wordt diverser. De fiets is elektrisch en oogt vaker en vaker als een brommer van weleer, maar dan wel met enorm dikke banden. Compacte karretjes zijn ook er meer en meer. De Birò heeft gezelschap gekregen van de Citroën Ami en Move CityCar, waarmee het voor aardig wat centen droog zitten is. Stuk voor stuk zijn het light electric vehicles (LEVs) die aan minder strenge normen hoeven voldoen dan personenauto’s. Geholpen door subsidies wordt gelukkig ook steeds vaker met elektrische busjes bezorgd. Soms zijn het busjes van een standaard formaat, vaak het LEVs. De laatste klasse paart een lage aanschafprijs aan compacte buitenmaten, dat de vaak onervaren chauffeurs een kleiner schaderisico lopen is een niet te onderschatten voordeel.
Verder is er een definitieve doorbraak van deelauto’s. MyWheels is enorm aan het opschalen in een groot deel van het land, Sixt Share en Drive Now zijn vaste waardes in de grote steden. Juist bij deelauto’s is elektrische aandrijving ronduit perfect. Parkeren bij een laadpaal is eenvoudig, ergens naartoe te rijden om een brandstoftank te vullen hopeloos ouderwets.
En wat dan nog? Van elektrische steps hoop ik dat die ons bespaard blijven, het zijn ondingen die lukraak worden neergekwakt. Het aantal laadpunten zal blijven stijgen en brandstofpompen worden ingeruild voor snellaadzuilen. Tankstations langs de snelweg worden pleisterplaatsen waar het niet alleen een schrokken van broodjes bal, gehaktstaven en aanbiedingsrepen is, maar waar een goede werkplek te vinden valt of weggezakt kan worden in een comfortabele zetel, om wat tijd stuk te slaan terwijl de auto op hoog vermogen wordt opgeladen. Tevens wordt het tijd voor goede routeplanners. Tesla is superieur in het plannen van noodzakelijke laadstops op weg naar de bestemming, Polestar wordt naar wens ondersteund door A Better Routeplanner. Bij het overgrote deel van de merken wordt noodgedwongen een stap terug in de tijd gedaan; het uitzetten van een route is noeste arbeid en tijdens de rit moet wel eens worden gerekend of de bestemming valt te halen of dat het rijbereik echt te stevig zakt.
Interessant blijft het. De ontwikkeling gaat eindeloos door, het ev-aanbod verveelvoudigt, zodat er uiteindelijk voor elk wat wils is en elektrisch rijden oersimpel wordt.
Daarna mogen wennen aan zelfrijdende auto’s, of blijft dat iets van de (verre) toekomst?