Moby
Colenbranderstraat 10
6813 KW Arnhem
Contact
info@yourmoby.nl
Ondanks dat stikstof belangrijk is, kan teveel van deze stof ook schadelijk zijn. Het kan bijvoorbeeld eutrofiëring veroorzaken. Eutrofiëring is wanneer een waterlichaam te rijk wordt aan voedingsstoffen, wat kan leiden tot algenbloei en afname van het zuurstofgehalte. Dit kan vervolgens schadelijk zijn voor vissen en andere waterdieren.
Daarnaast kan stikstof schadelijk zijn als het in de watervoorziening of de lucht die we inademen terechtkomt. Wanneer stikstofdioxidegas wordt gecombineerd met andere gassen in de atmosfeer, kan het smog en zure regen vormen. Zure regen heeft een negatieve impact op het klimaat en kan bomen, planten, dieren en gebouwen beschadigen. Ook maakt het meren en beken zuur, waardoor planten en dieren er moeilijk in kunnen leven. Te veel stikstof in de lucht kan ook ademhalingsproblemen veroorzaken bij mensen en dieren.
Wie veroorzaakt de meeste stikstof uitstoot? De belangrijkste bronnen van stikstofemissie in Nederland zijn landbouw, transport en industrie. De meest recente cijfers tonen aan dat in 2021 de stikstofemissie naar de lucht uit 122 miljoen kilogram ammoniak bestond (met name afkomstig uit de landbouw) en daarnaast 178 miljoen NOx dat vooral door het verkeer en de industrie voortkwam.
Er zijn een paar sectoren de grootste stikstof uitstoters van Nederland.
Tussen 1990 en 2020 is de uitstoot van stikstofoxide in de Europese Unie met 58% gedaald. Deze trend zal zich naar verwachting voortzetten, waarbij de uitstoot tussen 2020 en 2030 naar verwachting met 14% zal dalen.
Deze daling is grotendeels te wijten aan strengere emissienormen voor voertuigen en energiecentrales. In de transportsector is de uitstoot sinds 1990 met 71% gedaald. Dit komt door de introductie van schonere technologieën, zoals katalysatoren, en de omschakeling van gelode naar ongelode benzine. Ook de uitstoot van elektriciteitscentrales is afgenomen, dankzij het gebruik van emissiearme technologieën zoals aardgas in plaats van steenkool.
Toch blijkt dat er in Nederland nog veel te halen valt ten opzichte van andere landen in Europa. EU-lidstaten zijn verplicht elke zes jaar de kwaliteit van beschermde Natura 2000-gebieden in kaart brengen. Deze gegevens geven ze door aan de Europese Commissie. Op basis van alle verzamelde gegevens komt de commissie elke zes jaar met het rapport ‘State of Nature in the EU.’ Dit rapport verscheen voor het laatste in 2020 en hieruit bleek dat het erg slecht gaat met de Nederlandse natuur vergeleken met andere Europese landen.
Andere West-Europese landen zoals Frankrijk, Denemarken en onze buurlanden Duitsland en België hebben ook een stikstofprobleem, maar ze rapporteren niet allemaal dezelfde gegevens. De stikstof-uitstoot en stikstofmaatregelen verschillen dus per land.
De stikstof-uitstoot moet de komende jaren in Nederland nog flink dalen. Het stikstofbeleid in Nederland is erop gericht de nadelige effecten van stikstofemissies te mitigeren. Het beleid omvat maatregelen om de uitstoot van industrie, landbouw en transport te verminderen. Het doel is om de luchtkwaliteit te verbeteren en de natuur te beschermen.
De Nederlandse overheid heeft zich ten doel gesteld om de NOx-uitstoot in 2030 met 21% te verminderen vergeleken met het niveau van 2005.
De Nederlandse overheid heeft verschillende maatregelen om de stikstofcrisis tegen te gaan en de stikstof-uitstoot te verminderen.
Zo namen ze al eerder stappen om aan het stikstof probleem te werken. Ze verlaagde bijvoorbeeld al eerder de maximumsnelheid op snelwegen. Daarnaast krijgen bedrijven die veel stikstof uitstoten te maken met specifieke maatregelen.
In 2023 zijn er weer nieuwe maatregelen gedeeld:
Wil je meer weten over alle maatregelen en subsidies? Bekijk de stikstof aanpak.
Stikstofemissies kunnen op verschillende manieren worden gemeten. Een veelgebruikte methode is het gebruik van een spectrofotometer, die de hoeveelheid stikstofdioxide in de lucht meet. Een andere methode is het gebruik van een chemiluminescentiedetector, die de hoeveelheid stikstofmonoxide in de lucht meet. Nog een andere methode is het gebruik van een ionenuitwisselingskolom, die de hoeveelheid ammoniumionen in de lucht meet.
Welke methode ook wordt gebruikt, het is belangrijk om rekening te houden met het achtergrondniveau van stikstofdioxide of stikstofmonoxide. Dit kan door metingen te doen op verschillende tijdstippen van de dag of tijdens verschillende seizoenen. Het achtergrondniveau kan ook van plaats tot plaats verschillen, dus het is belangrijk om metingen op verschillende locaties te vergelijken.
Wil jij je nieuwe mobiliteitsoplossing aanbieden via Moby, heb je vragen of wil je met ons in gesprek?
Neem vandaag contact met ons op en we kijken graag wat we voor je kunnen betekenen.